Reizende expo over eerste Vlaamse kastelen pakt uit met unieke vondst in Aalst
Bult in zicht! Middeleeuwse mottekastelen in het landschap
Op dinsdag 20 mei opende in ’t Gasthuys in Aalst de reizende tentoonstelling: ‘Bult in zicht! Middeleeuwse mottekastelen in het landschap’. De tentoonstelling is een samenwerking tussen de Provincies Oost- en West-Vlaanderen. Je ontdekt er wat het meest recente archeologische onderzoek over mottekastelen opleverde, en welke sporen er vandaag de dag nog overblijven.
De tentoonstelling is kindvriendelijk door een samenwerking met LEGO-Master en archeoloog David Vanhee. In de expo zie je een motte die David zelf bouwde, maar ook jij kunt er zelf aan de slag met LEGO. Je kan ook deelnemen aan een wedstrijd, waarbij je een workshop met de LEGO-Master kunt winnen!
Unieke vondst te bewonderen
Speciaal voor de halte in Aalst maakte het stadsbestuur nog acht extra panelen specifiek over het rijke verleden van de mottes aan de Dender. Bovendien pakt het uit met een unieke archeologische vondst: een 5,5 meter lange houten heipaal, opgegraven in de buurt van de motte van Aalst.
Daarnaast organiseert de stad een fietstocht van 25 km op 8 juni met stadsgids Jozef. Deelnemen is gratis, maar reserveer je plek via de website van de stad.
“Dit initiatief is een perfect voorbeeld van wat we als provinciebestuur belangrijk vinden: dat mensen hun eigen omgeving kunnen ‘lezen’ en naar waarde schatten. Dat wetenschappelijk onderzoek van experten niet in een ivoren toren blijft, en dat geschiedenis fascinerend, leerrijk en aantrekkelijk is. Dat ik dit in mijn thuisstad kan brengen, doet me extra plezier”.
gedeputeerde David Coppens, bevoegd voor Erfgoed
Middeleeuws statussymbool
Ongeveer 1.000 jaar geleden, midden elfde eeuw, werden bij ons de eerste mottekastelen gebouwd. Daarmee gaat het om een van de oudste - zo niet hét oudste - kasteeltype in Vlaanderen. In Oost- en West-Vlaanderen moeten er wel honderden hebben gestaan. Zo'n kasteel was hét statussymbool van de adel, want de bouw ervan was een hele investering.
Een mottekasteel of castrale motte bestond uit twee hopen aarde omgeven door een houten palissade en een diepe gracht. De hoogste van deze twee bulten, het opperhof, kreeg een houten toren die belangrijk was voor de verdediging. Het dagelijkse leven speelde zich af op de lagere heuvel, het neerhof. Het is dan ook niet verwonderlijk dat daaruit veel dorpen zijn ontstaan. De heuvels werden in de loop van de tijd wel vaak genivelleerd.
Best bewaarde motte van Vlaanderen in Erpe
Op de kaart van Sanderus zien we dat er in Aalst een motte moet zijn geweest ter hoogte van de glucose- en zetmeelfabrikant Tereos - ‘Amylum’ in de volksmond.
Bij een aantal mottes in het Denderland zijn de heuvels wel heel goed bewaard. In deelgemeente Moorsel vind je een kleine motte. De kasteelberg in Erpe is ronduit impressionant: Erpe-Kasteelberg behoort tot de best bewaarde mottes in Vlaanderen. In samenwerking met de provincie Oost-Vlaanderen, voegde het wetenschappelijk team van ’t Gasthuys een luik toe aan de expo dat zich over de Dendermottes buigt.
“Het feit dat enkele onopvallende heuvels het bewijs zijn van een zeer rijke geschiedenis in deze streek is redelijk absurd. Een slordige duizend jaar aan politieke macht en prestige ligt begraven onder aarde en gras, verwoest door de eeuwen en veranderende tijden. Zoiets is moeilijk te bevatten, maar dankzij de reizende expo en het sterke werk van team Museum komt dat verhaal tot leven.”
schepen Sarah Smeyers, bevoegd voor Erfgoed en Musea
Bezoek de expo op de Archeologiedagen
De tentoonstelling in ’t Gasthuys loopt nog tot 22 juni, maar komend weekend is hét een uitgelezen moment om de expo te bezoeken. Tijdens de Archeologiedagen kan je ook nog een de opgraving van het Jennemiekeskerkhof in Aalst bezoeken.
Ontdek het volledige programma via oost-vlaanderen.be/archeologiedagen.
Praktisch
’t Gasthuys is open van dinsdag tot vrijdag tussen 13 en 17 uur en op zaterdag en zondag van 14 tot 18 uur. De toegang is gratis.
Meer info vind je op tgasthuys.be.
Bult in zicht! is een initiatief van de Provincies Oost- en West-Vlaanderen met steun van het Agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap. Het onderzoek werd uitgevoerd door Goed in erfgoed, GATE-archaeology en de UGent.
David Coppens
Nele Bogaert