Provincie Oost-Vlaanderen kan extra investeren dankzij gezond financieel beleid
Vandaag, woensdag 10 november 2021, keurde de Oost-Vlaamse provincieraad de aanpassing van het meerjarenplan goed. Daarmee werd het licht op groen gezet voor tal van extra investeringen in de provincie.
Toen de nieuwe deputatie eind 2018 van start ging, stelde ze zich tot doel de belastingen te verlagen, maar toch te blijven investeren. Dankzij een nauwgezet financieel beleid wordt deze doelstelling halfweg de legislatuur niet alleen waargemaakt, ze wordt zelfs nog eens extra versterkt.
"Bij de start van de nieuwe bestuursperiode hebben we meteen besloten om de provinciebelastingen voor gezinnen en bedrijven respectievelijk met 15 en 10 procent te laten dalen. Daarnaast planden we ook extra investeringen in onder meer fietspaden, bosuitbreiding, vernieuwing van onze recreatiedomeinen, ... Vandaag stellen we vast dat we niet alleen op koers zitten, maar dankzij een efficiënt beheer zelfs middelen kunnen vrijmaken om nog eens ferme bijkomende investeringen te doen in onze provincie."
eerste gedeputeerde Kurt Moens, bevoegd voor Financiën
Extra investeringen
Zo wordt het oorspronkelijke bedrag van 60 miljoen EUR voor fietsinfrastructuur – een ondersteuning die fel gesmaakt wordt door de gemeentebesturen – opgetrokken naar 75 miljoen EUR. Het bedrag voor de aankoop van natuur- en bosgebieden wordt dan weer verhoogd naar 5,8 miljoen EUR. Dankzij de 2 miljoen EUR bijkomende middelen voor de provinciale domeinen worden zij extra versterkt in de vernieuwingsoperatie die werd ingezet.
Het is maar een kleine greep uit de vele extra investeringen die voorzien worden in de aanpassing van het meerjarenplan. Ook voor de erfgoedsites, de aanpak van wateroverlast en -schaarste, de verdere toeristische uitbouw van de provincie en het opleidingscentrum voor veiligheidsdiensten PAULO worden de middelen opgetrokken. Finaal zullen de totale investeringen voor de periode 2020-2025 nagenoeg 50 miljoen EUR hoger liggen dan initieel voorzien. Dat alles zonder bijkomende schulden te maken. Integendeel, de schulden worden verder afgebouwd.
"In het oorspronkelijk meerjarenplan voorzagen wij een maximale schuld van 150 miljoen EUR tegen 2025. Intussen hebben we dat al kunnen bijstellen naar maximaal 72 miljoen EUR. Daarmee zullen we de laagste schuld per inwoner hebben van alle Vlaamse provincies. Wat belastingdruk betreft doet enkel Vlaams-Brabant beter. We zijn dus zeker op de goede weg. Maar we zijn uiteraard niet van plan om op onze lauweren te rusten. Ook de komende jaren blijven we verder inzetten op een correct beheer en een correcte besteding van het belastinggeld van de Oost-Vlaming."
eerste gedeputeerde Kurt Moens, bevoegd voor Financiën