Provincie lanceert twee Erfgoedsprokkels over Wetteren
Een duin in de tuin
Provincie Oost-Vlaanderen lanceerde op zondag 11 september, Open Monumentendag, twee nieuwe publicaties in de reeks ‘Erfgoedsprokkels’. Dit zijn kleine toegankelijke brochures rond bekend en minder bekend erfgoed. Ditmaal staan Den Blakken en de Warandeduinen, en het verborgen erfgoed langs de Wegvoeringstraat en het jaagpad in de kijker.
Den Blakken en de Warandeduinen
De bekendste groene plekjes in Wetteren zijn ongetwijfeld het provinciaal domein Den Blakken en het aanpalende stuifduinengebied. Den Blakken bevindt zich op een oude zandduin niet ver van de Schelde. Bij de aanleg van de toenmalige privétuin in 1931 zijn de gronden genivelleerd en beplant met uitheemse bomen. Toen de Provincie in 1990 eigenaar werd, legde ze de tuin opnieuw aan als een publiek park met vijver, plantentuin en rozentuin. Dit gebeurde ter promotie van de Wetterse sierplanten- en rozenteelt.
Ten zuiden van het domein bleven de rivierduinen nog bewaard als zeldzame open duinen met een hoogte tot bijna 18 meter: het natuurreservaat de Warandeduinen beheerd door het Agentschap Natuur en Bos. Deze duinen ontstonden ongeveer 15 000 jaar geleden tijdens de laatste IJstijd. De Schelde schuurde toen diepe geulen; het water voerde het zand mee en zo ontstonden zandbanken. In droge periodes pikte de wind het zand op, tot het verderop bijeen waaide tot de hoge duinen die we vandaag nog zien. Het waren trekpleisters voor menselijke activiteiten. Ze zijn dus tevens van groot archeologisch belang.
“De Warandeduinen maken deel uit van het unieke geologische verhaal van het Vlaams-Nederlandse Geopark Schelde Delta. Vandaar dat deze groene parels in Wetteren niet mochten ontbreken in onze reeks Erfgoedsprokkels”
gedeputeerde An Vervliet, bevoegd voor Erfgoed
Belle époque langs de Wegvoeringstraat en het jaagpad
Een tweede erfgoedsprokkel neemt de bezoeker mee langs de Wegvoeringstraat en het jaagpad aan de Schelde. Deze wandeling geeft zicht op de achterzijde van de statige gevels en de grote complexen van het Sint-Gertrudiscollege, het Sint-Jozefinstituut en het kasteel Vilain XIIII. Achter de gevels zitten pareltjes verborgen die zélf bij vele Wetteraars wellicht onbekend zijn: gebouwen en interieurs die ons zo meevoeren naar de Wetterse burgerij van 1850 tot het begin van de 20ste eeuw.
In die periode groeide Wetteren uit tot een centrumgemeente met stedelijke allure. De gegoede burgerij liet voor zichzelf ruime herenwoningen bouwen aan de invalswegen. Ze deed hiervoor een beroep op geschoolde bouwmeesters, waarvan sommige landelijk bekend: de Wetterse sculpteur Séraphin De Maertelaere en de Gentse architecten Geo Henderick en Adrien Bressers om maar enkele te noemen.
“Deze sprokkel laat zien hoe elke tijd zijn invloed heeft gehad op de bebouwing en de manier van leven. Dat zulke parels nog tot vandaag bewaard bleven, daar moeten we respect voor opbrengen, dankbaar voor zijn en vooral van genieten”
gedeputeerde An Vervliet, bevoegd voor Erfgoed
De erfgoedsprokkels kwamen tot stand bij de dienst Erfgoed van de Provincie Oost-Vlaanderen in samenwerking met een provinciale natuurdeskundige, het archief en de toeristische dienst van Wetteren en Wij Wetthra die zorgde voor de foto’s. Ze zijn gratis te verkrijgen op het infopunt Toerisme, Markt 1, Wetteren. Je kan ze ook downloaden van www.oost-vlaanderen.be/erfgoedsprokkels.