Nieuwe bufferbekken op de Molenbeek in Erpe-Mere bewijst zijn nut
De waterstanden van alle waterlopen, zowel bevaarbare als onbevaarbare, zijn door de overvloedige neerslag van de laatste weken bijzonder hoog.
Zonder het nieuwe bufferbekken in Erpe-Mere hadden afwaarts gelegen woonwijken ongetwijfeld last gehad van waterschade.
"Het overstromingsgebied was net op tijd klaar om onheil te voorkomen. Zo goed als al onze 31 bekkens en 8 pompinstallaties zijn in werking getreden, en waren bijzonder effectief om wateroverlast te voorkomen."
gedeputeerde Leentje Grillaert, bevoegd voor Waterbeleid
De Molenbeek: een overstromingsgevoelige waterloop
De Molenbeek is een belangrijke waterloop voor de afwatering van Zottegem, Herzele, Erpe-Mere, Lede en Wichelen richting Schelde. Ze wordt beheerd en onderhouden door de Provincie Oost-Vlaanderen.
Deze beek stroomt in een vrij smalle, langgerekte vallei met vaak vrij hellend terrein. Daardoor stroomt bij regenval het water snel naar de hoofdwaterloop af. Dat verklaart waarom de beek bij neerslaghoeveelheden zoals de afgelopen weken, op vele plaatsen langsheen haar tracé, overstromingsgevoelig is. Op de meeste locaties geeft dat weinig problemen, want de beekvallei is daar meestal ingekleurd als groen- of natuurgebied. Maar waar woonwijken getroffen worden, zoals de voorbije jaren bijvoorbeeld ter hoogte van Dorent in Erpe-Mere (Burst), moesten uiteraard maatregelen worden genomen.
De oplossing: de aanleg van overstromingsgebieden
De oplossing is het teveel aan water uit de bewoonde wijken weghouden en tijdelijk ‘gecontroleerd’ stockeren in overstromingsgebieden waar het geen kwaad kan.
“De computermodellen die we voor het stroomgebied van deze Molenbeek hebben gebouwd, hebben uitgewezen dat we drie overstromingsgebieden of bufferbekkens nodig hebben om het volledige stroomgebied adequaat te beveiligen tegen wateroverlast."
gedeputeerde Leentje Grillaert, bevoegd voor Waterbeleid
Eén van die bekkens is al geruime tijd geleden aangelegd in Wanzele op de Wellebeek, een zijwaterloop van de Molenbeek. Het kan maximaal 27 000 m³ water bergen en heeft al meermaals zijn nut bewezen.
Een tweede bekken – of toch het eerste deel ervan – werd in de loop van februari van dit jaar voltooid. Dat is gelegen op grondgebied Erpe-Mere, afwaarts de Callebautdreef, met een capaciteit van 42 000 m³.
Het is de bedoeling dit nog deze legislatuur uit te breiden tot een capaciteit van 98 000 m³. Dat gebeurt door de aanleg van een tweede deel opwaarts de Callebautdreef op het grondgebied van de gemeente Herzele.
Om gewapend te zijn tegen de klimaatwijziging en de daardoor te verwachten grotere neerslagpieken, zal in de toekomst wellicht ook nog een derde overstromingsgebied noodzakelijk zijn. Dat zal meer afwaarts in de beekvallei gelegen zijn. De exacte inplanting daarvan is nog niet bepaald.
De investering waard
De aanleg van het overstromingsgebied in Erpe-Mere heeft zo’n 1,7 miljoen EUR gekost. De werking van het bekken wordt volledig automatisch gestuurd door een stuwconstructie aan de uitstroom. Door telemetrie kunnen vanuit de centrale dispatch in Gent de waterpeilen en de werking van de stuw in het oog worden gehouden.
Dit overstromingsgebied in Erpe-Mere is het eenendertigste bufferbekken dat door de Provincie Oost-Vlaanderen in dienst wordt genomen. Al deze bekkens zijn samen goed voor een totale buffercapaciteit van meer dan 760 000 m³ water, dat in tijden van veel neerslag tijdelijk kan worden geborgen.
Op het provinciaal investeringsprogramma staan voor de komende jaren nog 18 nieuwe projecten gepland. De Provincie investeert daarvoor ca. 3 miljoen EUR per jaar. Hoogst op de agenda staat de bouw van drie bufferbekkens op de Maarkebeek in Maarkedal, waarvoor het ontwerp in een eindfase zit.