Belgische en Nederlandse overheidsdiensten en partners slaan handen in elkaar ter versterking van de grensarbeiders
Ontmoetings- en infodag donderdag 7 juni 2018 van 9.30 tot 17.30 uur in Zuidertoren (station Brussel-Zuid), Federale Pensioendienst, Europazaal, 1000 Brussel
Dagelijks pendelen meer dan 30 000 inwoners van België naar Nederland en meer dan 10 000 inwoners van Nederland naar België om te werken. Elk jaar stijgt dit aantal. In kader hiervan werd in 2014, binnen de Euregio Scheldemond (provincies Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Zeeland), het Grensinformatiepunt Scheldemond opgericht. Met het interregproject Grensinformatievoorziening Vl-Nl werd dit uitgebreid tot een grensbreed netwerk van GrensInfoPunten (GIP’s) voor grensarbeiders en werkgevers. De provincie Oost-Vlaanderen neemt in dit project een coördinerende rol op voor het gebied van de Euregio Scheldemond.
Op 7 juni 2018 organiseren de verschillende partners van het Interregproject een ontmoetings- en infodag met verschillende Belgische en Nederlandse overheidsdiensten en dienstverleners om elkaar beter te leren kennen en meer te focussen op dagdagelijkse problematieken omtrent sociale zekerheid, arbeidsrecht en fiscaliteit om zo de grensoverschrijdende samenwerking nog verder te versterken.
Een vijftigtal adviseurs van GIP’s, die werken vanuit organisaties als VDAB, UWV Werkbedrijf, vakbonden ACV, ABVV, ACLVB en FNV, werkgeversorganisatie Voka Oost-Vlaanderen en de Nederlandse gemeenten ontmoeten vertegenwoordigers van de zeven belangrijkste nationale overheidsdiensten in dit vakgebied. Deze zeven zijn RSZ, RVA, RIZIV, Federale Pensioendienst en Famifed aan Belgische zijde en SVB aan Nederlandse zijde, aangevuld met de trinationale (Nl-Be-Dui) belastingdienst Team GWO.
Laagdrempelig, goed bereikbaar en kosteloos netwerk
Voormalige, huidige of toekomstige grensarbeiders en werkgevers kunnen in de GIP’s terecht voor kosteloze basisinformatie over het wonen en werken aan de andere kant van de grens. Het gaat dan vooral over sociale zekerheid, belastingen en arbeidsrecht. Daarnaast kan elke partner vanuit de eigen expertise aanvullende diensten aanbieden. Een werkzoekende zal bij VDAB informatie vinden over jobs aan beide zijden van de grens, terwijl een werknemer bij de vakbonden terecht kan voor diepgaandere vragen over arbeidsrecht.
De GIP’s vormen op die manier een laagdrempelig, goed bereikbaar en kosteloos netwerk van infopunten waar eerstelijnsadvies kan worden ingewonnen. Elke situatie van grensoverschrijdend wonen en werken moet individueel bekeken worden en dat wordt al gauw complex. Daarom zijn de GIP’s verbonden met een netwerk van officiële instanties die wettelijk correcte uitspraken kunnen doen over de situatie van de vraagsteller.
"We nemen hier als Provincie onze rol als streekmotor op en werken samen met de stakeholders in de regio (in ons geval WSP Terneuzen, VDAB, vakbonden en VOKA Oost-Vlaanderen) om een goede dienstverlening voor de grensinfopunten mee op te zetten. Dankzij de grensinfopunten kan iedereen die over de grens wil werken of heeft gewerkt, kosteloos informatie krijgen over zijn of haar persoonlijke situatie.”, aldus gedeputeerde Martine Verhoeve, bevoegd voor Buitenlandse betrekkingen en Europese projecten.
Het netwerk van GIP’s kwam met Europese steun tot stand. De verschillende GrensInfoPunten zijn terug te vinden op de site www.grensinfopunt.eu.
Voor- en nadelen van grensarbeid
Een tweede doelstelling van het project is het bevorderen van de arbeidsmobiliteit over de grenzen heen. Werkgevers aan de grens vinden vaak moeilijker personeel vanwege hun ligging. Werknemers bereiken bedrijven over de grens dan weer moeilijk door het ontbreken van grensoverschrijdend openbaar vervoer. Dit zijn voorbeelden van belemmeringen waardoor grensregio’s in heel Europa nadelen ondervinden ten opzichte van het centrum van hun land.
Voor de individuele werknemer of werkzoekende biedt werken over de grens vaak een ideale job in eigen streek met weinig fileleed. De keuze moet echter op individuele basis goed geïnformeerd gebeuren, aangezien de wetgevingen van beide landen soms op onverwachte wijze op elkaar inspelen en op zijn minst niet altijd op elkaar afgestemd zijn. Denken we maar aan de beruchte pensioenval, die ontstaat door het verschil in wettelijke pensioenleeftijd tussen België (65 jaar) en Nederland (67 jaar). Zo zijn er ook op het vlak van kinderbijslag, werkloosheidsuitkering, ziekteverzekering en belastingen drempels die overwonnen moeten worden.
Grensarbeider ben je bovendien voor het leven doordat je bepaalde rechten, vaak pensioenrechten, hebt opgebouwd in meerdere landen. Je krijgt na 10 jaar werken in Nederland bijvoorbeeld 20% van een AOW-pensioen uit Nederland en de rest uit België. De herinnering aan het grensarbeider-zijn blijft dus voor altijd.
Hoog op Europese agenda
Het vrij verkeer van mensen is een belangrijke verworvenheid van de Europese Unie, initiatieven zoals de GIP’s moeten ervoor zorgen dat de arbeidsmobiliteit voor de individuele burger ook fair kan verlopen. Ook in Europa staat het thema grensoverschrijdende economie en arbeidsmarkt dus hoog op de agenda. De Europese Commissie becijferde recent in een lijvig rapport dat in de grensregio’s van Europa een economische groei van 2 à 8% mogelijk moet zijn als een deel van de grensbelemmeringen worden weggewerkt. De Commissie kondigde in één adem de oprichting van een Border Focal Point aan, waar experten uit diverse disciplines samenkomen om te onderzoeken welke grensbelemmeringen kunnen worden weggewerkt.
Praktisch:
Donderdag 7 juni 2018 van 9.30 tot 17.30 uur in Zuidertoren (station Brussel-Zuid), Federale Pensioendienst, Europazaal, 1000 Brussel.